Deze ochtend geen wekker. We ontbijten met verse broodjes en pakken ons boeltje in. Op weg naar Noorwegen. Het is nog ochtend als we de grens passeren. We rijden door langs Oslo, over de enige snelweg die het land rijk is, richting Hamar. Helaas zijn ze ook hier met de weg aan het breken, alleen zijn de wegwerkers ook met vakantie.
Dit schiet niet op zo. Deze snelweg is de enige weg naar het noorden, en als deze overal opengebroken is, gooit dit onze plannen om de Noorkaap te halen wel goed in de war.
Tegen het einde van de middag bereiken we Hamar, waar we de camper parkeren op een camperparkeerplaats bij een museum. In de kampeerapp staat dat je via de museumingang, door een park bij het meer kunt komen (Hamar ligt aan een groot meer), dus zwembroeken aan, dit moeten we even ontdekken.
Het water van het meer is verrassend aangenaam van temperatuur en super helder. We koelen lekker af, want het is buiten zeker nog zo’n 28 graden. Vreemd idee, dat je hier met deze temperatuur zwemt in een bergmeer, terwijl het hier in de winter een super wintersportplaats is.
Voor het eten lopen we even de stad in. En bij terugkomst zitten we nog even lekker bij de camper na te genieten. Als Luuk ons verrast met zijn gitaarspel bij het kaarsvuur, dan is het vakantiegevoel compleet.
Hopelijk morgen geen wegwerkzaamheden meer, we gaan richting een nationaal park, waar we minstens twee nachten willen verblijven. Echt onthaasten, de wandelschoenen aan.