We hebben kaartjes gekocht voor de honkbalwedstrijd Chicago Cubs tegen de Chicago White Sox, een stadsderby in het mooiste en oudste stadion van het land, Wrigley Field.

Na een flink ontbijt van pancakes en oatmeal, maken we nog even een rondje langs het water. De zon straalt en de licht is strak blauw. Heerlijk!!

We hebben gisteren het bord dat het begin van Route 66 markeert gemist, die staat midden voor de Starbucks waar we koffie gehaald hebben, dus daar lopen we nog even heen.

Fotootje, klaar… op naar het hotel om onze spullen te pakken voor de wedstrijd. We hebben er superveel zin in.

We rijden langs de kust tot de afslag naar het stadion. Als we onze auto hebben geparkeerd, volgen we de stoet blauwe Cubs t-shirts en petjes naar het stadion. Het sfeertje voelt al goed.

Beladen met popcorn en drinken beklimmen we de tribune en gaan we op ons plekje helemaal bovenin het stadion zitten. Baseball kijken doe je hier duidelijk met de hele familie. Opa’s, oma’s, vaders en moeders met (klein)kinderen,  iedereen zit klaar voor het uitje van het jaar!!

Als het volkslied begint gaat iedereen staan. Met kippenvel op de armen (niet van de kou) aanschouwen we het spektakel, de eerste worp door een of andere bekendheid, het uitroepen van ‘Let’s play ball’ door een schattig klein kindje.

De wedstrijd duurt 9 innings. We hebben geen idee hoe lang dat is. De eerste inning gaat naar de Cubs, dankzij een homerun van Contreras. We zien de bal het stadion uitvliegen, prachtig, wat een sensatie.

In de tweede inning komen de White Sox terug naar 3-2. Een stand die het tot de 6e inning blijft. Dan scoren de Cubs weer 3 punten. Het publiek is uitzinnig en we doen lekker mee! Prachtig, wat een middag!!

In de 7e inning scoren de Cubs nog een punt, wat uiteindelijk de eindstand na een wedstrijd van drie-en-een-half uur op 7-2 bracht. We hebben ons geen seconde verveeld.

Na terugkomst bij het hotel eten we nog wat in een wat teleurstellend restaurantje. De ober doet erg z’n best, maar die gezellige sfeer van het stadion is hier ver te zoeken. Geeft niets, wij fantaseren al weer over wat we de volgende dag gaan doen als eindelijk de grote avontuur (zoals Siem het noemt) begint. Wat onze bestemming morgen wordt weten we nog niet, we zullen het wel zien…

Advertentie