Jack had gelijk. Een stralend blauwe lucht lachte ons vanmorgen toe. Af en toe een wolkje stond garant voor een beetje verkoeling. Nadat ik uitgecheckt heb vanmorgen bij de lieve dame van de camping (wederom brandschoon sanitair en van alle gemakken voorzien) rijden we naar Mesa Verde National Park.
Dit park staat bekend om zijn pueblo’s (dorpen) in de rotsen. Bij het bezoekerscentrum bij de ingang van het park kopen we kaartjes van een guided tour door een van de pueblo’s: Cliff Palace, de grootste van allemaal. Om 14.30 uur moeten we daar zijn voor de tour, tot die tijd kunnen we op eigen gelegenheid het park verkennen.
Het is nog een behoorlijk groot park, daar hebben we ons op verkeken. Minstens 40 kilometer moeten we over slingerachtige bergweggetjes rijden om de eerste nederzettingen te zien. Ze variëren van Pit houses (ronde huisjes in de grond) die gebouwd werden rond het jaar 500 n.C. tot Pueblo’s van meerdere verdiepingen hoog, die gebouwd werden vanaf 1.200 n.C.
De meeste kleine nederzettingen werden in de rotsen gebouwd in een boogvormige uitholling van de rots, deze worden Mesa’s genoemd. Het zijn indrukwekkende bouwwerken en de jongens zijn – geheel tegen onze verwachting in – ook razend enthousiast. Ze springen bijna de camper bij iedere nieuwe nederzetting die we tegenkomen.
Voordat we naar Cliff Palace gaan gaan we eerst nog even lunchen. Het duurt lang voor we aan de beurt zijn en onze pizza slices moeten we noodgedwongen in de camper al rijdend opeten. Jammer, want ze waren heerlijk.
De rondleiding van een uur door Cliff Palace is heel interessant. Allereerst de klim er naar toe, door smalle rotsspleten over trappetjes die in de jaren 30 van de vorige eeuw zijn aangelegd. Bij de ruïnes aangekomen verteld de Ranger ons hoe de oorspronkelijke Amerikanen er leefden en werkten. We maken veel foto’s. Na afloop van de tour moeten we een aantal hele spannende trappetjes weer omhoog. Voor onze twee berggeitjes gaat dit met gemak, maar mama heeft toch wel even last van knikkende knieën.
Na de rondleiding is het tijd voor ons om het park te verlaten. De rit het park uit duurt alleen al een uur en we willen ook alvast even een stukje nieuwe route richting ons volgende doel het Sand Dunes National Park rijden.
We besluiten te stoppen en overnachten in Durango. Een toeristisch stadje dat bekend is geworden door de mijnbouw (goud en zilver) en om zijn prachtige spoorlijn van Durango naar Silverton. Op deze oude route rijdt een prachtige oude stoomtrein die nu uitsluitend een keer per dag toeristen vervoerd, maar vroeger het zilver en het goud. We vinden het prachtig. Net voor de vakantie hebben we de film de Lone Ranger nog gekeken en dit is een zelfde soort trein als die uit de film. In de authentieke wachtruimte op het perron wordt zelfs dezelfde muziek als uit de film gedraaid.
Het treinmuseum wordt nog even uitgebreid bezocht, de jongens konden in een aantal treinen klimmen en net doen alsof zij de machinist waren en papa blij: er stond zelfs een T-Ford.
Durango is verder een commercieel stadje met tal van leuke winkeltjes. Best even leuk na al die campings in die desolate gebieden van de afgelopen dagen. We eten een ijsje en zitten even lekker op een terrasje. Daarna gaan we weer terug naar de camper op zoek naar de door ons uitgezochte camping, met zwembad uiteraard, want er moet nog even gezwommen worden.