Het was bijzonder eens kennis gemaakt te hebben met Swaziland, maar vandaag vertrekken we weer. Met heel veel zin hervatten we onze tocht naar Kruger National Park. Bij het uitchecken krijgen we van de eigenares van de B&B nog een paar mooie tips over interessante plekken langs onze route en als we dan echt weg willen gaan, staat onze auto, gewassen en al voor ons te wachten op de parkeerplaats. Wat een service, daar kunnen we in Nederland nog het een en ander van leren.

Over dit soort service gesproken, bij de tankstations wordt standaard voor je getankt, je ramen (voor en achter) gewassen, je olie gecheckt en vaak ook nog naar je bandenspanning gekeken. Waarom doen we dat niet ook in Nederland, dan ook gelijk met gratis Wifi op de tankstations, zodat je al tankend even je mail kunt checken… Lijkt me perfect! En dan ook graag even dezelfde benzine-prijzen.

Onze eerste ‘interessante plek’ voert ons naar een lokale glasfabriek. Waar terwijl we op een balustrade boven de werkplaats kijken hoe het glas live voor ons geblazen wordt en waar de glazen sierolifantjes gemaakt worden. Bijzonder gaaf om te zien. We slaan dan ook gelijk in de bijbehorende souvernirwinkel flink in. Erg mooi allemaal.

Bij de grensovergang verloopt alles dit keer heel soepel en zijn we er zo doorheen. We waren voorbereid op een klein uur van balie naar balie hoppen, maar verrassend genoeg zijn we binnen een kwartier klaar.

Op naar Kruger! Maar waar is nou die Gate? Op zoek naar de ingang belanden we bij een perfect restaurant gelegen aan de Olifanten rivier aan de rand van Kruger. Op een perfect terras, hangend over de rivier, zien we krokodillen, diverse soorten herten en vogels en we krijgen al heel veel zin om het park in te gaan, alleen de ingang nog even vinden.

De erg vriendelijke ober heeft nog nooit van zijn leven een blik op een kaart geworpen als ik hem vraag of we op de goede weg zitten. Als we uiteindelijk de ingang van het park vinden, gaan onze jagersogen (ahum) op zoek naar wild. Wat het eerste uur nog geen positief resultaat oplevert. Uiteindelijk rijden we langs een koppeltje neushoorns, steken er giraffen voor onze auto de weg over en zien we ook nog een olifant. Wat een geluk.

De lodge in het park is een 6 persoons huis, waar in 1947 zelfs een deel van de Britse koninklijke familie verbleef. Superschoon, met geweldige douches, waar Luuk nog de schrik van zijn leven krijgt omdat er een heuse vogelspin (een spinnetje van een cm of 4) op zijn bed kruipt. Hij wil direct met Siem van kamer ruilen, die daar dan vervolgens – vanzelfsprekend – geen zin in heeft. Vette pech! We ruimen het spinnetje uit de weg en Luuk kan na het eten heerlijk zijn bedje in (helemaal verstopt onder de dekens, omdat hij bang is voor nog meer spinnen).

Advertentie